Je bekijkt nu J’accuse

J’accuse

  • Berichtcategorie:Articles / Nieuws

Open brief van een bezorgde joodse Belg

J’Accuse

In de geest van Émile Zola, die in 1898 de moed had om de macht te benoemen voor wat zij werkelijk was — verborgen achter een sluier van hypocrisie en morele dubbelzinnigheid — zeggen ook wij vandaag luid en duidelijk:

J’Accuse.

Wij beschuldigen de Belgische regering van het verloochenen van haar eigen fundamenten: gerechtigheid, eerlijkheid, menselijke waardigheid.
En van het actief in gevaar brengen van haar Joodse burgers.

Wij beschuldigen de regering van ideologische opruiing,
door in haar officiële communicatie de propaganda van Hamas te herhalen,
terwijl zij gemakshalve weigert de feiten van 7 oktober te erkennen:
de afslachting van 1200 onschuldige burgers,
de groepsverkrachtingen van vrouwen,
het levend verbranden van kinderen.
En de Israëlische gijzelaars, nog altijd in de terreurtunnels in Gaza?
Uit het geheugen gewist.
Uit de morele plicht geschrapt. Compleet vergeten.

Wij beschuldigen de regering van het beschuldigen van de Joodse natie van genocide —
terwijl zij zich moest verdedigen tegen de gruweldaden van 7 oktober.
Een beschuldiging die moreel pervers is en juridisch selectief.
Want deze maatstaf wordt niet toegepast op andere, veel ernstigere conflicten in de wereld.
Geen aanklacht tegen Syrië voor het platbombarderen van burgers.
Geen vervolging van Iran voor het onderdrukken en executeren van duizenden.
Maar Israël — en alleen Israël — wordt onder het vergrootglas gelegd,
wordt moreel veroordeeld voor zelfverdediging,
en wordt in de publieke opinie neergezet als een dader, terwijl het slachtoffer was van ongekende terreur.

Wij beschuldigen de regering van het toelaten dat een door de overheid gefinancierde organisatie een Israëlische DJ intimideert — wat erop neerkomt dat voor het eerst een DJ wordt uitgesloten vanwege zijn afkomst: omdat hij Israëli is, omdat hij Joods is.

Wij beschuldigen de regering van het normaliseren van antisemitisme via haar eigen rechtsstaat.
Want een Belgische rechtbank oordeelde dat het vrije meningsuiting is om te schrijven Joden te willen doden in de Brusselmans-zaak.
Antisemitisme pur sang.
En de regering? Die zweeg.
Geen veroordeling. Geen correctie. Geen schaamte.
Wie zwijgt, stemt toe en maakt de dood van Joden bespreekbaar, verklaarbaar, aanvaardbaar.

Wij beschuldigen de regering van het toelaten van giftige desinformatie in de media.
Een stroom van halve waarheden, laster en verdraaiing heeft de publieke opinie vergiftigd.
Feiten worden weggelaten, daden omgedraaid, slachtoffers ontmenselijkt.
Dit is geen journalistiek meer.
Dit is geïnstitutionaliseerde propaganda. Een duidelijke agenda.

Wij beschuldigen de regering van het aanvaarden van een maatschappij waarin Joden hun identiteit moeten verbergen om te overleven.
Een keppel is gevaarlijk. Een mezoeza op de deur risicovol.
Joodse kinderen worden geweerd van sportclubs,
studenten belaagd op universiteiten,
synagogen beklad,
en Joden worden op straat in elkaar geslagen in België, anno 2025.

Wij beschuldigen de regering van het toelaten van intimidatie tegen Joodse studenten aan universiteiten in het hele land.
Studenten die enkel en alleen om hun afkomst of overtuiging worden uitgesloten, belaagd en gestigmatiseerd —
onder het stilzwijgende oog van academische instellingen en een regering die nalaat in te grijpen.

Wij beschuldigen de regering van het beschermen van daders en het negeren van slachtoffers.
Toen een Antwerpse leerkracht fysiek geweld gebruikte tegen Joodse mensen:
geen ontslag, geen tucht, geen veroordeling.
De regering heeft een klimaat gecreëerd waarin haat loont.

Wij beschuldigen de regering van het toelaten van terreurverheerlijking in haar hoofdstad.
Organisaties gelieerd aan Hezbollah en Samidoun krijgen toestemming om te marcheren,
martelaren te eren, en vlaggen van terreur te zwaaien — onder politiebescherming.
In dit land mogen haatzaaiers demonstreren en mag een imam “Verbrand de Joden” roepen.

Wij beschuldigen de regering van het toelaten van juridisch antisemitisme.
Samen met een Hezbollah-gelieerde organisatie, geleid door iemand die onder valse voorwendselen dit land binnenkwam,
tracht zij Israëlische soldaten te vervolgen.
Enkel Israëlische. Enkel Joodse.
Geen andere buitenlandse militairen worden hier ooit vervolgd.
Dit is geen internationale rechtvaardigheid.
Dit is discriminerende wraaklust verpakt in juridische termen.

Wij beschuldigen de regering van het niet nakomen van haar beloften.
Zij sprak over “nooit meer”, terwijl zij plechtig deelnam aan herdenkingen van het pijnlijkste hoofdstuk uit onze geschiedenis.
Maar die beloften zijn gebroken.

Wij beschuldigen de regering van het misbruiken van het hoogste morele symbool van de natie: het Koningshuis.
De nationale toespraak van 21 juli bevatte geen woord over 7 oktober,
geen letter voor de gijzelaars,
geen erkenning van de explosieve toename van antisemitisme in eigen land.
Dat was geen diplomatie.
Dat was een politieke aanklacht in koninklijk taalgebruik.

En dus zeggen wij, met gebalde vuist en gebroken hart:

J’Accuse.

Niet uit haat. Niet uit rancune.
Maar uit een diepmenselijke, morele woede.
Want dit is geen politieke crisis meer.
Dit is een moreel bankroet.

België is vandaag een land waar Joden niet veilig zijn.
Waar hun kinderen worden uitgesloten.
Waar het gerecht begrip toont voor hun bedreigers.
Waar de straten vol haatzaaiende leuzen hangen en de overheid toekijkt.

Een land dat de waarheid verraadt omwille van gemakzucht,
en de Joodse gemeenschap offert op het altaar van politiek opportunisme.

In dit België zijn de Joden vogelvrij verklaard.
Wat rest ons nog? Zwijgen? Vluchten? Zich verbergen?

Wij — Joodse en niet-Joodse Belgen, burgers, medemensen — kijken toe.
En de geschiedenis zal haar oordeel vellen; genadeloos, en terecht.