Je bekijkt nu De dodelijke onschuld van Brusselmans

De dodelijke onschuld van Brusselmans

  • Berichtcategorie:Nieuws

Hoe Brusselmans het argument van zijn stemmingswisselingen gebruikt als rechtvaardiging voor zijn antisemitische uitspraken

Op dinsdag 4 februari kwamen voor de Correctionele Rechtbank van Gent twee zaken voor tegen de auteur Brusselmans. De dagvaarding door JID vzw mocht doorgang vinden van de rechter, de dagvaarding door drie Burgerlijke Partijen wegens negationisme werd daarentegen naar een latere datum verzet.
 
Tijdens een ruim twee uur durende zitting bepleitte de Procureur een vrijspraak voor de door JID vzw gedagvaarde Brusselmans. Aan deze pleitbezorging lag een zeer wazige redenatie ten grondslag. De advocaat van JID vzw, Mr.David Braun, beschuldigde Brusselmans van inbreuk op de Racismewet, de Discriminatiewet en de Negationismewet en gaf in zijn pleidooi een historisch overzicht van Brusselmans’  antisemitische uitspraken. Tenminste 44 van zijn 90 boeken zijn doorspekt met antisemitische uitspraken. Variërend van de zogenaamde fysieke kenmerken van de Jood met haakneus, tot aloude beschuldigingen als de rijke oversekste Jood die stinkt, manipuleert en uit is op wereldheerschappij.
Een meer dan 20 jaar borrelende vulkaan kwam tot definitieve uitbarsting met de gewraakte column, waarin Brusselmans het volgende schreef in de Humo van begin augustus 2024: “Ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen.” Hij voegde er nog aan toe: “Je moet er natuurlijk altijd bij denken: niet iedere Jood is een moorddadige rotzak.”

Mr.David Braun benoemde dat door de import van het Palestijns Israëlische conflict, waaraan Brusselmans zich medeschuldig maakt, er een sfeer ontstaat waarin Joden in het Nederlandse taalgebied het doelwit worden van zowel fysieke als verbale aanvallen. De lijst met incidenten is te lang om vernoemen

Het Humo Magazine waarin Brusselmans zijn tot nu toe meest gewelddadige antisemitische haatspeech etaleert heeft een oplage van ruim 700.000 stuks. Zo spreekt Brusselmans consequent niet over Israëliet, maar over Israëlieten of Joden die met hun optreden in Gaza het onheil over zichzelf afroepen. Zo wordt elke Jood verantwoordelijk gehouden voor het leed van de Gazaanse bevolking. Maar wij Belgische Joden leven duizenden kilometers verwijderd van dit geopolitieke conflict en zijn er dus niet verantwoordelijk voor.

De advocaten en verdediging van Brusselmans (gebroeders Souidi) gebruikten o.a. de volgende argumenten om Brusselmans vrij te pleiten: 
– Vrijheid van meningsuiting wordt geschonden indien Brusselmans het zwijgen wordt opgelegd. Onder
   vrijheid van meningsuiting kan in dat verband ook het recht op satire worden benoemd;
– Van direct aanzetten tot haat en geweld op Joden is geenszins sprake;
– De aanklagers van JID zijn de gedachtenpolitie.
Ook verwezen de Souidi’s naar het gebruik van het woord Israëliet in de geschriften van de beklaagde, ze hebben het zelfs opgezocht: Israëliet betekent Jood. Maar waar zij blijkbaar geen weet van hebben is dat een Israëliet en een Israëliër niet dezelfde betekenis hebben, nl een inwoner van de Staat Israël en die is niet persé Joods.

Brusselmans zelf kreeg tegen het einde van de zitting het woord en deelde mee te lijden aan stemmingswisselingen, wat het schrijven van dergelijke teksten kennelijk moet rechtvaardigen. Het feit dat de schrijver met linkse signatuur zijn opinie moet kunnen blijven geven over wat hij bestempelt als genocide zet hij weg als pure menselijkheid. Zijn gezin lijdt onder de gevolgen van de aanklachten, zo klaagde de man.

JID vzw is zeer verbouwereerd over het verzoek tot vrijspraak door de procureur. Wat stelt een rechtstaat nog voor als alles onder de noemer van satire en onbeperkte vrijheid van meningsuiting kan worden weggezet. Terug naar de jaren ’30. We spreken de hoop uit dat de rechter het verzoek van de procureur naast zich neerlegt en Brusselmans alsnog veroordeelt.