Nederlandse vertaling van het artikel van Joël Rubinfeld verschenen in “Le Point”
Brussel 25 augustus 2025
Het land staat nu, samen met Ierland, aan de spits van het antizionisme in Europa. Zijn Joden hier nog welkom?
Antizionisme als dekmantel
In 1966 schreef de filosoof Vladimir Jankélévitch dat antizionisme „een ongelooflijk buitenkansje” is, want „het geeft ons de toestemming – en zelfs het recht, en zelfs de plicht – om antisemiet te zijn in naam van de democratie! Antizionisme is het gerechtvaardigde antisemitisme, eindelijk toegankelijk voor iedereen. Het is de toestemming om democratisch antisemitisch te zijn. En stel dat de Joden zelf nazi’s zouden zijn? Dat zou geweldig zijn. Dan zou het niet meer nodig zijn hen te beklagen: ze zouden hun lot verdiend hebben.”
Deze profetische woorden vatten samen wat er gebeurde in het Belgische parlement op 14 augustus. Onder druk van de meeste media en politieke partijen, van mensenrechten-NGO’s, de rectoren van de tien universiteiten van het koninkrijk, voormalige diplomaten op zoek naar een tribune, en van de antizionistische straat, kwam de commissie Buitenlandse Betrekkingen van de Kamer samen om te debatteren over de erkenning van Palestina. Een ijzingwekkende zitting, waarvan de sfeer deed denken aan de antisemitische koorts rond het proces-Dreyfus, de middeleeuwse disputaties of de inquisitierechtbanken.
Demonisering van Israël
„Genocide”, „apartheid”, „hongersnood als middel tot uitroeiing van een volk”, „grootste openluchtgevangenis ter wereld”, „racistisch regime”, „misdaden tegen de menselijkheid”, „concentratiekampen”, „grootste kerkhof van kinderen”, „etnische zuivering”, „eindfase”… Vier uur lang werden deze anathema’s herhaald door volksvertegenwoordigers van links, extreemlinks, het centrum en de Vlaamse rechterzijde, allemaal om Israël te nazificeren – en, in de mond van sommigen, de Joden in hun geheel.
”Lang leve het Palestijnse verzet“
Op het podium van buitensporigheid behaalt de ecologiste Rajae Maouane de derde plaats. Tot vorig jaar deelde zij het voorzitterschap van Ecolo met Jean-Marc Nollet. Die dag droeg ze opzichtig een hanger in de vorm van een kaart van „Palestina”, zonder Israël.
Vanaf de tribune fulmineerde zij tegen „een genocide in 4K, een georganiseerde uitroeiing van het Palestijnse volk”, sprak over „baby’s die bewust worden uitgehongerd”, verklaarde dat „Arabische levens worden ontmenselijkt” en riep op tot de inzet van internationale troepen in Gaza: „We moeten deze blokkade desnoods met geweld doorbreken.” Zonder schaamte eindigde ze met „Leve het Palestijnse verzet” – een kaakslag voor de 1.200 slachtoffers van 7 oktober 2023 en de vijftig Israëlische gijzelaars die nog steeds door terroristen in Gaza worden vastgehouden.
De tweede plaats gaat naar communist Peter Mertens. Hij beschuldigde Israël van „zorgvuldig geplande vernietiging” en „etnische zuivering”. Hij vergeleek de Joodse staat met het Derde Rijk, sprak van „concentratiekampen” in Gaza en verklaarde: „Sinds de Tweede Wereldoorlog is er nooit zo’n minutieuze planning van hongersnood geweest” – een hongersnood die volgens hem de „eindfase” van Israëls plan sinds het begin vormt.
Voor zijn aanklacht tegen een Westen dat „zijn handen wast in het ergste genocide van de 21ste eeuw”, haalde Mertens driemaal de figuur van Pontius Pilatus aan. Daarmee verschoof hij van de christelijk-antisemitische aanklacht van „Joods godsmoordenaarschap” naar de hedendaagse beschuldiging: de „genocide” op het Palestijnse volk.
Op de eerste plaats prijkt Jean-Marie Dedecker (N-VA), met een tirade doordrenkt van parallellen tussen Israël, de Joden en de nazi’s. Hij vergeleek Gaza met Oradour-sur-Glane en Israëli’s met nazi’s: „Zij die slachtoffers waren in de oorlog passen nu dezelfde nazipraktijken toe op een ander volk.” En: „We zijn allemaal bang van de Holocaust-industrie.”
Volgens hem werd in 1948 „het Joodse volk overgebracht naar Palestina. En wie betaalt de rekening voor wat wij, westerlingen, de Joden hebben aangedaan? De Palestijnen.” De oorlog tegen Hamas zou slechts „een alibi zijn voor een genocidale campagne tegen het Palestijnse volk, om Joodse suprematie op te leggen from the river to the sea.” Wie Israël steunt, bestempelt hij als „Gazanegationisten”.
Zijn antisemitische diatribe lokte geen enkele verontwaardiging uit. Integendeel: ze werd zelfs vriendelijk begroet door Els van Hoof (CD\&V), de voorzitster van de commissie Buitenlandse Betrekkingen.
Moreel failliet
Aan de rechterzijde weerklonken enkele meer gematigde stemmen, zoals die van N-VA-parlementslid Kathleen Depoorter. Maar iedereen stemde in met de erkenning van Palestina – voor sommigen voorwaardelijk, voor de meesten onmiddellijk. Daarmee belonen ze Hamas voor de pogroms van 7 oktober. Ook over sancties tegen Israël heerste eensgezindheid. Die zullen spoedig worden beslist door de regering-Arizona (vijf partijen onder premier Bart De Wever).
Opvallend: geen enkele afgevaardigde wees de twee hedendaagse antisemitische vervalsingen af – de beschuldiging van „genocide” en die van een door Israël georganiseerde „hongersnood” in Gaza. Niemand fileerde deze leugens die in mensenrechtentaal worden verpakt.
Minister van Buitenlandse Zaken
Minister van Buitenlandse Zaken Maxime Prévot sprak anderhalf uur lang, pleitte voor onmiddellijke erkenning van Palestina en maakte daarbij juridische fouten. Zo leek hij niet te weten dat de Conventie van Montevideo (1933) vier criteria stelt om als staat te gelden – waaronder het hebben van een regering.
Bovendien zou Hamas, dat in 2006 een absolute meerderheid behaalde, bij vrije verkiezingen waarschijnlijk opnieuw winnen. Erkenning van Palestina zou dus Hamas versterken.
Prévot beweerde ook dat Frankrijk, Canada en Australië nog geen erkenning hadden aangekondigd, terwijl Macron, Carney en Albanese al verklaard hadden dat volgende maand te zullen doen bij de 80e Algemene Vergadering van de VN.
Nog ernstiger: hij kleedde de Israëlische democratie in de uniformen van de beulen van het Joodse volk. Hij sprak over „het bewust laten verhongeren van kinderen” en stelde dat de oorlog „alle kenmerken bevat van duidelijk genocidair geweld”.
’s Avonds herhaalde hij zijn kritiek bij RTL TVI, waarna hij over de oorlog in Oekraïne verklaarde: „We mogen de agressor geen premie geven.” Voor hem leek de oorlog Hamas-Israël pas op 8 oktober 2023 begonnen.
Een geïnstitutionaliseerd antisemitisme
De afgelopen 25 jaar kreeg antisemitisme weer kleur – die van de Palestijnse vlag. Vooral in België, dat samen met Ierland een afvallige van de vrije wereld is. Sinds 7 oktober 2023 is er echter een nieuw paradigma: de institutionalisering van gerecycleerd antisemitisme.
In 2015 zei premier Charles Michel nog: „Een België zonder Joden zou België niet meer zijn.” Tien jaar later lijkt dat het vooruitzicht. Want waar Belgische Joden zich vóór oktober 2023 afvroegen of ze nog een toekomst hadden in hun land, stellen ze zich nu de vraag waarheen ze zullen vertrekken.